Wereldreis - Australië - Alice Springs

Alice Springs (12 maart – 20 maart)
Op woensdag rond 1 uur ’s nachts werd ik wakker van het geluid van een airco die uitviel. Ik had dat tijdens mijn werk al vaker meegemaakt als de generator uitviel dus ik wist meteen wat er aan de hand was, geen stroom. Ik sliep weer verder en werd wakker om 7:30. Er was nog steeds geen stroom, bij de receptie vertelde ze mij dat er in heel Darwin geen stroom was. Gelukkig reed de trein op diesel dus kon ik gewoon om 10:00 vertrekken.
De eerste en enige halte op de route naar Alice Springs was Katherine. De trein stopte in Katherine voor 3 uur en vanuit de trein kon je een aantal mini tours boeken. Ik nam een shuttle bus naar de Katherine gorge waarvoor Katherine bekend is. Na twee uur wandelen en klimmen gingen we weer terug naar de trein om onze reis te vervolgen. De rest van de treinreis bestond uit boeken lezen, films kijken en uit het raam staren. Voor het slapengaan kon ik nog even douchen en toen was het bedtijd. Aangezien ik in de goedkoopste klasse reisde had ik alleen een stoel waarvan de leuning naar achter kon. Mijn lichaam is er niet op gemaakt om in een stoel te slapen dus het werd een lange nacht van korte slaapjes.
De volgende ochtend werd ik wakker terwijl de trein door de woestijn reed, de overgang van begroeide omgeving naar woestijn was in de nacht dus die heb ik niet kunnen zien. Ik had verwacht een dorre kale vlakte te zien maar er was best veel begroeiing en er stond water in een aantal van de drinkgreppels die langs het spoor gegraven waren.
Rond negen uur in de ochtend kwam ik in Alice Springs aan en na een kort ritje was ik bij mijn hostel. Bij mijn hostel boden ze me meteen een tour aan om Uluru (Ayers Rock) te bezoeken. De aanbieding zag er goed uit en ik besloot meteen de volgende morgen met de tour mee te gaan. De volgende ochtend vertrokken we om 05.00 in de ochtend naar Uluru. Na een 4 uur durende reis kwamen we bij het national park aan. Het eerste wat mij opviel was het enorme aantal vliegen, hier was ik al voor gewaarschuwd dus ik had van tevoren een vliegennet voor over mijn hoed aangeschaft. We gingen eerst naar de bekende rode rots toe voor een rondwandeling om de helft van de rots heen (base walk). De rots steekt zo’n 350 meter boven de omliggende vlakte uit maar onder de grond gaat de rots nog veel dieper door. De wandeling rond Uluru was mooi maar omdat de rots zo reusachtig is heb je alleen het gevoel langs een lange rotswand te lopen, vanaf een afstand ziet de rots er veel indrukwekkender uit. Na de wandeling gingen we langs het bezoekerscentrum toe waar je informatie over de omgeving kon vinden. Ik zag hier trouwens de enige Aboriginal die ik tijdens de hele tour zou tegenkomen. Laatste activiteit van de dag was naar een uitzichtpunt in de buurt van Uluru gaan om daar de zonsondergang te bewonderen. Tijdens de zonsondergang veranderde de rots een aantal keer van kleur. We brachten de nacht door in slaapzakken in de buitenlucht. De volgende morgen gingen we naar hetzelfde uitzichtpunt om van de zonsopgang te genieten en gingen we naar Kata Tjuta, een rotsformatie in de buurt van Uluru. Na een wandeling in Kata Tjuta vertrokken we naar de Kings Canyon, de reis hierheen nam het grootste deel van de dag in. In de avond kwamen we bij een camping in de buurt van de Canyon aan waar we weer in de buitenlucht overnachten. In de nacht heeft het zelf een beetje geregend wat vrij zeldzaam is. De volgende morgen hebben we een wandeling gemaakt door Kings Canyon en zijn we daarna naar Alice Springs teruggekeerd.
In Alice Springs had ik nog 3 dagen over voordat ik de trein naar Adelaide moest nemen. Ik besloot een dagtrip te maken naar de West McDonnel Ranges. De trip bestond uit een bustrip langs allemaal interessante locaties waar we korte wandelingen maakten. We kwamen ook langs een aantal waterholes waar je in kon zwemmen. Van tevoren wist ik al dat we langs waterholes zouden gaan maar ik had niet verwacht dat ze zo groot en diep zouden zijn. Het was een aparte ervaring om te zwemmen in de woestijn.